— leer, denk, deel
Het kerkelijk landschap in onze steden is sterk veranderd in de afgelopen decennia. Migrantenkerken zijn een belangrijk deel geworden van het plaatje. En ook Nederlandse kerken krijgen vaker mensen uit andere culturen over de drempel. Buiten de steden zijn dit vooral vluchtelingen die in allerlei uithoeken van het land in AZCs zitten. Voor hen zijn de migrantengemeenten in de steden vaak onbereikbaar.
Hoewel er verbondenheid is in Christus, kan het vaak moeilijk zijn voor migranten om zich thuis te voelen in een plaatselijke geloofsgemeenschap. Zelf heb ik dit ervaren in diverse landen waar we ons aansloten bij een plaatselijke kerk. De taal is een eerste barriere. Maar ook de manier van preken, van zingen, van samenzijn, van bidden, het kan allemaal bevreemdend aan doen. En vaak hang je er maar een beetje bij omdat mensen niet helemaal weten wat ze met je aan moeten.
Soms kan dat leiden tot een soort tweedeling. De locals runnen het hele gebeuren, op hun manier. De buitenlanders zijn wel aanwezig, maar hun aanwezigheid verandert eigenlijk niets. Hun gaven worden niet ingezet, hun inzichten niet meegenomen en de rijkdom van hun culturele achtergrond niet erkend of aangesproken. Ook wordt er in de prediking geen aandacht gegeven aan hun specifieke situatie of vragen. De vereenzaaming die dat brengt, kan ertoe leiden dat mensen dan maar niet meer komen. Dat terwijl het verlangen naar christelijke gemeenschap juist groot is.
Als iemand uit een andere cultuur naar jouw kerk komt, dan is dat meestal een grote stap. Thuisblijven is voor hen doorgaans makkelijker en veiliger
Daarom wil ik een paar aanbevelingen geven ter overweging. Als iemand uit een andere cultuur naar jouw kerk komt, dan is dat meestal een grote stap. Thuisblijven is voor hen doorgaans makkelijker en veiliger. Waardeer het dat mensen die stap zetten. Het kan zijn dat mensen komen in kleding die als ongepast wordt ervaren, of dat ze te laat komen of bewegelijker en luidruchtiger zijn dan de gemiddelde kerkbezoeker. Zet je daar overheen. Doorgaans passen mensen zich in de loop van de tijd vanzelf aan. En zo niet, dan is het nog geen halszaak.
Een gezellig praatje maken na de kerk is leuk, maar mensen hebben vrienden nodig om zich echt thuis te voelen. Nodig mensen uit bij jou thuis. Bedenk daarbij dat in de meeste landen een uitnodiging gepaard gaat met een maaltijd, niet alleen thee met een koekje. Dit zal vaak onbewust de verwachting zijn en ze zullen op hun beurt ook jou voorzien van een maaltijd als je bij hen komt.
Vraag uitgebreid naar hun culturele en kerkelijke achtergrond, en probeer elementen daarvan mee te nemen in de dienst. Zelfs in hele traditionele gemeenten is dit mogelijk. De organist kan bijvoorbeeld bij het binnenkomen of uitgaan van de dienst een christelijk lied spelen dat zij kennen. Er kunnen Bijbels beschikbaar zijn in hun moedertaal. Of na afloop van de dienst kan er een meer internationaal aanbod van drinken en snacks beschikbaar zijn dan gewoonlijk.
In minder traditionele gemeenten kun je denken aan het projecteren van het bijbelgedeelten in de verschillende talen, het aanleren van een eenvoudig lied in de taal van de migranten broeders of zusters of het uitnodigen van een voorganger met een migrantenachtergrond.
In alle gevallen is het fijn als een predikant of voorganger op de hoogte is van de situatie van de migrant zelf en de situatie in zijn thuisland, zodat er in de preek en in de gebeden aandacht aan besteed kan worden. Dreigt er oorlog in het thuisland van de migrant? Zijn er belangrijke verkiezingen? Heeft een landgenoot de Nobelprijs gewonnen? Worden familieleden bedreigd door gewapende conflicten? Als je deze dingen meeneemt in de preek of voorbede, geeft dat een duidelijk signaal aan de migrant dat wat hem/haar bezig houdt, ook belangrijk is voor de gemeente.
Het is niet de bedoeling dat mensen altijd gast blijven
Op deze manier toon je je als kerk gastvrij. Maar dat is maar het begin. Het is niet de bedoeling dat mensen altijd gast blijven. Als ze voor langere tijd naar de gemeente komen, is het belangrijk dat ze er onderdeel van worden. Dit betekent een traject van officieel lidmaatschap en toegang tot het Avondmaal. Maar ook dat ze mee kunnen doen met doordeweekse activiteiten en verantwoordelijkheden krijgen in de kerk in overeenstemming met hun gaven en mogelijkheden. Aanvankelijk zullen die mogelijkheden vaak door de taalbarriere beperkt zijn. Ook kunnen getraumatiseerde migranten soms lange tijd in een overlevingsmodus zitten, waardoor ze er nog geen verantwoordelijkheden bij kunnen hebben. Maar wees bereid te investeren in mensen en te ontdekken wat zij vanuit hun achtergrond kunnen bieden. Naast gewone taken in de gemeente, kunnen broeders en zusters met een migrantenachtergrond en brug vormen tussen culturen en anderen helpen om de stap naar de kerk te maken. Ze kunnen ook nieuwe energie en verrijking brengen aan een kerk die wat slaperig en vastgeroest is.
Sociale uitsluiting, racisme, vreemdelingenhaat, het zijn allemaal dringende kwesties in de maatschappij. Hoe goed is het als de kerk voorop loopt in het tonen dat het mogelijk is om als broeders samen te wonen (Psalm 133). Zou God dat niet zegenen?
Vragen voor discussie: